vrijdag 22 oktober 2021

Thema herfst. (week 18-22 okt)

 Naar het bos.



Wat hangt tegen de boom?
Welk dier woont in dat huisje?
een vogel.

Veel lange takken.

We zoeken prenten.


Een zombie. 

Wij zijn ook zombies!


Lange takken.

Een hoed.

Een paddenstoel.



Zie je nog paddenstoelen?
Gele, witte, bruine, rode?

Dat is modder!
Met de laarzen mogen we stappen in de modder.

Een vijver. Die is groen.
Welk dier zwemt in de vijver?
Een kikker.
Die hebben we niet gezien.

Wat zijn dat?
Veel kastanjes.

Weinig kastanjes.

Een bolster. Die prikt!

3 kastanjes.

Veel paddenstoelen.


Mos. Dat voelt zacht.

Een rode paddenstoel.

Een rode paddenstoel met witte stippen.

Een blad.

Een eikel.

Wij verstoppen ons 
achter de boom.

Welk dier is dit?
Een rups.

Wij vieren feest.

We hangen vlagjes en slingers op.


We maken een kroon.


Hoe gaan we feest vieren?
Wat gaan we doen?


Hoeveel jaar ben jij?
Hoeveel kaarsjes?



Wil je op de stoel staan?
Wij zingen: 'lang zal ze leven,..'
Hiephiephoera!


Wij hebben getekend voor jou: een verjaardagskaart.

Wil jij een cupcake?

Hmmmmm! lekker smullen.

Wij spelen.



Grootste, kleinste.

Welke laarzen zijn het kleinste?
Welke pompoen is het grootste?


We maken een 'halloween-pompoen'

ogen: een driehoek.
neus: een driehoek.











De pompoen is klaar.
Nu nog een kaarsje er in.
Gezellig.

Herfstmateriaal sorteren.

We gebuiken tangetjes. (pincetgreep)

Het hoedje van de eikel.




Een dun takje.

Een kastanje.

We gaan buiten nog veel eikels zoeken.

Weinig eikels.
Veel eikels.

Een dikke boom.
De boom krijgt een dikke knuffel.

Veel blaadjes.

Er hangen nog blaadjes aan de takken.

KRULLENBOL.

De herfstboom.
Verticale lijnvorming voor de stam.
Gebogen lijnvorming voor de blaadjes.






We maken donker en licht met verf:

Donkerblauw. Lichtblauw.


Gezelschapsspel.

We tellen met spinnetjes.








Gezelschapsspel

We tellen hoeveel stappen we zetten.
We oefenen de woordenschat.




We oefenen de woordenschat.



Bewegend leren met meester Erik:

Boven. Onder.


De bolster valt uit de boom (boven)
op de grond. (beneden)



Pompoensoep maken.

Met een mes snijden.
Best wel moeilijk.







Wat zit in de pompoen?
De pitten moeten eruit.

De pompoen schillen.

De pompoen snijden met een mes.

Hoe moet je snijden met een mes?
De scherpe kant naar beneden!




De pompoen in de kom.

Veel pompoen in de kom!









We snijden ook een ajuin.
Ben jij verdrietig?
Neen, de ajuin prikt in de ogen.








Veel pompoen.
Oranje.

Veel ajuin.
Wit.


Ook wortel.









Oei,
Heb je in je duim gesneden?





De groenten moeten in de pot.
We gaan soep koken op het vuur.


Roeren in de pot.






Paraplu.

De paraplu omhoog.
De paraplu omlaag.


De paraplu naar voor.

Stappen rond de paraplu.

WIND.
Waait er wind?
We gaan het onderzoeken.



Geen wind.
De plastiek hangt naar beneden.


Het waait wel!
Kijk eens naar waar de wind waait?





KRULLENBOL

Paraplu.
(heen-en weergaande gebogen lijnvorming.
horizontale, verticale lijnen.)





Spelen 

met de boomhut en de dieren.



Woordenschat.
We oefenen ook 's morgens, tijdens het onthaal,
 de woordenschat