vrijdag 28 januari 2022

Mijn lichaam. (17-27 jan)

Tanden poetsen.

een handdoek
een tandenborstel
tandpasta 
een beker
We poetsen onze tanden:
de bovenkant, de onderkant, 
de binnenkant , de buitenkant,
de linkerkant,
de rechterkant,...




Neus snuiten.

Hoe snuit jij jouw neus?
we volgen de stappen.

Wassen in bad.

De pop wassen in bad.
We sproeien de pop nat met de sproeier.
Wassen met een washandje of met een spons.





Haren.

Heb jij lange of korte haren?
Ga jij naar de kapper?



Ogen.

We vertellen een verhaal:
'De oogarts'.
Wat doe je met je ogen?
Kan jij goed zien met je ogen?
Of heb jij een bril nodig?
Je kan ook een zonnebril op zetten.
kijken door een verrekijker: je kan ver kijken. of dichtbij.


Krullenbol

Een bril.
(cirkelvormige beweging, lemniscaat,
middenlijn kruisen)




We vieren feest!
D. is jarig!

We zingen en dansen: ' Ja, ja, jarig, dat ben jij!'



We zingen:
'Langzalhijleven,...
Hiephiephoera!'

1 2 3 blazen.

Smakelijk eten!

Wij hebben nog een verrassing voor jou.




Tanden

We vertellen een verhaal:
'Kas bij de tandarts'

 Spelletje(Teloefening):

Hoeveel? plak evenveel tanden.
Hoeveel tanden boven? 10.
Hoeveel tanden beneden? 10


Zintuigen:

Wat doe je met je neus?
ruiken.


Wat doe je met je oren?
luisteren en horen.
We knutselen een 'hoor-buis'.
Luister goed. Kan je horen?
is het luid of stil?



Krullenbol

(open guirlande patroon)


Woordenschat:

( zintuigen)
een neus om te ruiken.
ogen om te zien.
oren om te horen.
handen om te voelen.
een tong om te proeven.


Kringspel

Waar is de muziekknuffel?
We verstoppen de knuffel in de klas.
Luister goed met je oren.
Kijk goed met je ogen.

kringspel

Waar hoor je de muziek?
Geblinddoekt luisteren.
(rustig en stil worden. Concentreren om goed te luisteren.)
De richting aanwijzen van waar het geluid komt.

Werken aan de tafel.



Puzzelen.



Een grote tand.

Waar moet je starten? 
Zoek de juiste weg.


Bewegend leren

(met meester Erik)




Een lichaam, gemaakt van:
hoofd (boomstronk) , buik (boomschors),
 benen (takken), armen (takken)



een buik van takken.




Vrij spelen.




Krullenbol

(open guirlande patroon)










Proef en ruik-spel.

Met de neus kan je ruiken.
Ruikt het vies? lekker? of er tussen in?


Met je tong kan je proeven.
Proeft het vies? Lekker? of er tussen in?


Taal: Benoem de lichaamsdelen.

Wijs ze bij jezelf aan.
Plak ze juist op je 'eigen lichaam'.



Crea: een mannetje van plasticine maken.




Handen

Handen en vingers zijn sterk.
Ze kunnen knijpen.
We maken een 'knijpballon'.