dinsdag 5 oktober 2021

De bus en de trein . Thema verkeer. ( 4 - 8 okt.)

De bus en de trein.

Wij wachten op de bus.

Uitstappen.
We gaan naar het station.

HET STATION.


We gaan een treinkaartje kopen.


Een treinkaartje.


We moeten wachten.
De trein is er nog niet.
We gaan gezellig iets drinken.

Waar is de trein?
We gaan naar beneden.
We zoeken spoor 8.

Is dit spoor 8?

Is dit spoor 8?

Is dit spoor 8?

We gaan naar boven.
Naar spoor 8.


We wachten op onze trein.


Daar komt de trein aangereden.

Het spoor.

De trein rijdt op het spoor.

Een lange trein.

De deuren gaan open en toe.


Instappen!


We gaan boven in de trein zitten.



We eten koek in de trein. Gezellig.




Uitstappen!

Het was leuk in de trein!

Dag meneer ,
tot de volgende keer!


IN DE KLAS

We 'rijden met een auto' in de klas:
hoor je muziek? rijden maar.
Hoor je niets? stilstaan!

Kijk naar de verkeersborden:
rechtdoor rijden, naar links? naar rechts? rond rijden?...




KRULLENBOL

(Links- rechtsdraaien de bewegingen)






Spelen en werken in de klas.

Kleuroefening.
Kleur de boekentas in volgens de opdracht.


Een denkoefening:
Welke boekentas ontbreekt?


Fijn-motorische oefening: de pincetgreep oefenen


Bouwen met de lego:
Veel auto's = een file

VERKEERSLICHTEN ( stoplicht) in de klas:

GROEN= doorrijden.
ROOD= stoppen





KRULLENBOL: de trein

(links-rechts draaien de bewegingen,
cirkelvormige lijnvormingen)

We horen muziek met 2 verschillende ritmes.
We tekenen met vlakke hand of met vingertoppen
in scheerschuim op de tafel.







We mengen gele en rode verf= oranje!





We tekenen met de vingers: een spoor.


De trein rijdt in de klas:

de trein start, rijdt vlug of langzaam, de trein stopt.
Instappen of uitstappen.




Gezelschapsspel:

De kleurentrein.


Bouwen met meester Erik:

een ROND spoor

een RECHT spoor.


KRULLENBOL: de trein.

(stop-draai-start- vaardigheid. 
vormgeving: een vierhoek.)



We tekenen onszelf in de trein.







Een LANGE TREIN

TAAL: RIKKI.

Een verhaal vertellen met een boekje.
'Rikki heeft 1 recht oor en 1 slap oor.
De andere konijnen lachen, ze vinden dat grappig.
Dat vindt Rikki niet leuk: hij is verdrietig.'
Maar hij leert dat zijn 2 oren ook okee zijn,
ook al is dat anders.
Hij is weer blij.'



Rikki kleuren met kleurpotloden.

We toveren kleuren:
Water + propjes rozenpapier.
Welke kleuren ken je?

Bouwen met meester Erik.

                                                        De lange lat moet op/ onder de blok.





Beheersing. Evenwicht. 






Knip- en plakoefening: 

We maken een stoplicht (verkeerslicht.
Rood,  Rond knippen.
Welke kleur moet boven? onder? in het midden?






Schilderen met waterverf.


Een zebrapad 'rollen' met verf: 
wit zwart, wit, zwart, wit, zwart...