Mijn lichaam.
Opdracht:
Teken jezelf.
Kijk naar jezelf.
Je hebt ook een buik!
Wat zijn die stokjes? Benen? Zo dun?
Waarmee kan je zien? Horen?....
Waarneming: lichaam.
We benoemen de lichaamsdelen.
Dat is moeilijk!
Een arm is niet een hand!
Een been is niet een voet!
Wat zijn die kleine dingen aan je voet? tenen.
Wat zijn die lange dingen aan je hand? vingers.
Spel met de blinddoek.
Opdracht: Een lichaamsdeel aanraken.
Het lichaamsdeel voelen en benoemen.
Mijn lichaam.
We over-tekenen ons lichaam op een groot papier.
Lange benen!
lange armen met vingers.
We tekenen ogen, oren, neus, mond, tanden en haren op het hoofd.
We verven.
Voeten en handen.
We tekenen onze handen. Hoeveel vingers?
5 en 5 = 10
We tekenen onze voeten.
Heb jij kleine voeten?
Heb jij grote voeten?
We meten de voeten met legoblokjes.
Hoeveel blokjes? meer of minder?
Hoe groot ben jij?
We meten met een touw hoe groot je bent.
We meten ook met voeten.
We hebben te weinig voeten!
Teken je voet na
Knip de voet uit.
Vingerstanden imiteren.
Kan jij dat ook maken met jouw vingers?
Handen en voeten op de weg
Kan jij juist stappen?
Zet je 1 hand of 2 handen?
Het onthaal.
Opdracht aflezen en uitvoeren:
Een hand : 1x klappen.
Een voet : 1x stampen.
Stempelen met tenen, hiel en vingers
Wassen met een washandje.
Drogen met een handdoek.
Wassen met een washandje.
Drogen met een handdoek.
Bewegingsspel.
We gooien met de dobbelsteen.
Kan jij dat ook?
We verwoorden wat we doen:
op de knieën, de armen naar achter..
Handen en voeten op de grond.
Lange benen maken!
Handen en voeten op de grond.
Buik omhoog!
Sta op 1 been.
Neem je voet vast met je andere hand.
De benen uit elkaar.
1 arm omhoog en 1 arm naar beneden.
Op je rug liggen.
Zwier je benen over je hoofd.
We komen tot rust:
Liggen op de rug.
Ogen toe.
Handen op je buik.
Bouwen.
(geleid bouwen)
We bouwen 2 lange benen.
Een grote buik.
2 armen.
een nek.
Een hoofd met ogen, neus en mond.
Teken jezelf.
We tekenen ons lichaam.
Vergeet niet je armen, benen, buik, haren, oren,....
